TYPE 7 D&SH
Doelgroep
In de doelgroep ‘Doven en slechthorenden’ bieden we kinderen met een auditieve beperking een aanbod op maat.
Lessen en aanpak
In kleine klasgroepen wordt de totale communicatie ondersteund en uitgedaagd. Nederlands, Vlaamse Gebarentaal, Nederlands met ondersteuning van gebaren en ondersteunende communicatie zoals spraakcomputers, worden allen als evenwaardig beschouwd. Hierbij besteden we ook aandacht aan de thuistaal van de kinderen. In samenspraak met ouders bekijkt ons multidisciplinair team onder leiding van de pedagoog of een kind meer nood heeft aan een leer-, leef- of doe-traject en worden behalve schoolse vaardigheden ook functionele en maatschappelijke vaardigheden aangeleerd.
Vanuit een ervaringsgerichte aanpak bouwen we samen met de logopedist aan ‘het gesprek’ dat de basis vormt voor onze klasthema’s. Schoolse vaardigheden zoals (voorbereidend) rekenen en lezen worden in niveaugroepjes aangeleerd. De kinesist ondersteunt de klasleerkracht bij het uitdagen van de psychomotorische ontwikkeling. Ook de audiologische dienst wordt nauw betrokken bij onze dagelijkse werking. In de vakken Dovencultuur besteden we veel aandacht aan de sociaal-emotionele identiteitsontwikkeling en de integratie in zowel de horende als de dove wereld.
Bij onze jongste kleuters vinden we het belangrijk om regelmatig de leermomenten af te wisselen met rustmomenten zoals snoezelen, sensopathisch spel en regulerende activiteiten. Zelfredzaamheid wordt sterk gestimuleerd.
Naast de klaswerking bieden we binnen onze doelgroep ook een uitgebreid individueel aanbod. Zo krijgt elk kind individuele logopedische therapie met aandacht voor de auditieve vaardigheden. Wanneer nodig kan dit pakket aangevuld worden met specifieke hoortraining, kinesitherapie of ergotherapie.
Volgens een handelingsplanmatige aanpak worden elk semester nieuwe doelen gesteld en geëvalueerd door het volledige basisteam. Samen met de ouders en onze pedagoog, die de schoolcarrière van instap tot uitstroom begeleidt, bekijken we op regelmatige basis waar de noden voor elke leerling liggen en passen we indien nodig ons aanbod aan.
En daarna?
Rond de leeftijd van 5 à 6 jaar en opnieuw rond 12 à 13 jaar, voorzien we verschillende oriënteringsgesprekken om de overgang van kleuter naar lager of van lager naar secundair te begeleiden. Kleuters stromen door naar onze buitengewone lagere school of naar het regulier lager onderwijs. De oudere schoolverlaters die doorstromen naar het secundair onderwijs komen terecht in de B-stroom van het regulier secundair onderwijs, of zetten hun traject in het buitengewoon onderwijs verder. Binnen type 7, maar ook binnen andere types, bekijken we samen welke opleidingsvorm (OV 1, OV 2, OV 3 of OV 4) het meest aansluit bij de noden van elke leerling.